zaterdag 12 november 2016

Geen zin

Maarten heeft geen zin in deze dag. Het is al duidelijk als hij met een zielig snoetje bij me in het grote bed kruipt. Nog dichter dan anders moet hij bij me liggen, nog steviger dan anders knelt hij zijn armen om me heen, nog dieper zijn de zuchten die hij slaakt. Maarten heeft geen zin.
Maar waarin heeft hij geen zin? Ik weet het niet. Hij zegt het niet. Waar bij Arjen zijn hart op zijn tong woont heeft Maarten zijn hart met driedubbele lagen beton ommuurd. Hij kleedt zich langzamer dan langzaam aan, zijn boterham verdwijnt met tergend-trage hapjes naar binnen, zijn melk belandt meer op tafel dan in zijn buik. De rugzak is zoek, hij hoeft geen drinken in zijn schoolbeker en de koek die hij kiest wordt minstens vier keer gewisseld. De veters van zijn schoenen zitten in de knoop en eigenlijk eigenlijk wil hij liever laarzen aan en sloffen mee, in de wc is het niet nodig om te plassen maar moet de hele rol toiletpapier tot kleine stukjes verfrommeld worden. Maarten heeft geen zin.
Mijn geduld raakt op en ik word boos. Ik geef hem duidelijk te kennen wat hij nu – en vooral NU – moet doen. Als hij dan net doet alsof ik er niet ben, ga ik dom genoeg schreeuwen. Hoe kun je omgaan met één brok onwil?
Uiteindelijk belanden we toch op school. Maarten gaat slof-slof-slof naar binnen. Hij doet zijn rugzak af en kijkt rond. Ik zie de paniek in zijn ogen groeien. Waar moet de rugzak heen? Hij staat vlak voor de mand waar al het hele schooljaar de rugzakken in staan, maar hij weet het niet.
Juf heeft niets in de gaten. Ze heeft het druk, want er zijn vandaag maar liefst vier nieuwe kinderen en een stagiaire. Als ik dat hoor gaan er duizend lampjes branden in mijn hoofd. Ondanks mijn handicap zit ik meteen op mijn hurken voor mijn vijfjarige zoon. Al zo groot en nog zo klein. En autistisch. ‘Ach lieve schat, wist jij dat er vier nieuwe kindjes zouden komen vandaag?’ Met een beteuterd snoetje knikt hij ja. Samen zetten we zijn rugzak in de mand, ik help hem met zijn jas en houd daarna zijn knuistje stevig vast. We kijken naar de nieuwe kindjes en natuurlijk vind ik ze er reuze aardig en lief uitzien en worden het vast fijne vriendjes. En voor de duizendste keer neem ik me – waarschijnlijk vergeefs - voor om een volgende keer nog langer mijn geduld te bewaren!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten